Geschiedenis van abortus

Wij beschouwen de volgende waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen recht hebben op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. Deze woorden zijn opgenomen in artikel 3 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens (1948). Maar in de afgelopen decennia zijn deze rechten voor honderdduizenden Nederlanders met voeten getreden. Gelegaliseerde abortus ontkent het onvervreemdbare recht op leven, waardoor de meest gemarginaliseerde en stemloze groep in de baarmoeder kan worden gedood. Toch is dit onrecht niet begonnen met het ontkennen van het recht op leven, maar met de stelling dat niet alle mensen gelijk geschapen zijn. Deze stelling vindt zijn oorsprong in de idealen van eugenetica. Eugenetica is een wetenschap, die zich bezighoudt met het verbeteren van het menselijke ras. Door bijvoorbeeld het stimuleren en beïnvloeden van reproductie door personen, waarvan men verwacht dat die de gewenste genetische eigenschappen bezitten (Hunt, Abortus en eugenetica). Dit idee van het creëren van een beter ras is niet nieuw. Hoewel het woord “eugenetica” nog niet bestond had Plato reeds de theorie dat een elite menselijk ras zou kunnen worden gecreeerd door foktechnieken bij dieren op mensen toe te passen (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots Chapter One).

Net als de eugenetici die na hem zou komen, verwierp Plato het ??Bijbelse principe dat ieder mens is voorbestemd door God, geroepen voor een bepaald doel, en geschapen naar het perfecte beeld van God. Jeremia 1:5a zegt: “Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend”. Plato kon niet met foktechnieken beïnvloeden hoe de mens zou worden, want het is God die de mens schept. Ondanks de gebrekkige fundering, overleefde deze theorie door de jaren heen. Uiteindelijk werd het label "eugenetica" erop geplakt door Sir Francis Galton in de laat negentiende eeuw. Het is een samenvoegsel van twee Griekse woorden. Het eerste deel “eu”, betekent goed. John Cavanaugh - O'Keefe wijst erop dat veel woorden met het “eu”-voorvoegsel slechte dingen goed laten lijken. Bijvoorbeeld eufemisme en euthanasie. Het tweede deel van het woord komt van het Griekse woord gen en duidt op “geboorte” of “ras” (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots Chapter One).In een van zijn toespraken, legde Galton uit dat hij, na het bestuderen van planten- en dierenmethoden, ervan overtuigd was dat karaktertrekken (goed en slecht) erfelijk zijn. Daarmee is het volgens hem mogelijk om het menselijk ras te verbeteren. Door het ongewenste te elimineren en het gewenste te vermenigvuldigen (Galton). Echter, zijn theorie was slechts gebaseerd op waarnemingen.

Halverwege de 19e eeuw ontdekt bioloog August Weisman een cel die alle genetische informatie bevat. Hij noemde het 'kiemplasma', maar latere wetenschappers hebben dit hernoemd naar chromosoom. Op basis van Weismans ontdekking nam Galton aan dat elke persoon de meetbare en voorspelbare som is van het onsterfelijke kiemplasma van de voorouders (Black 17). Hij had nu de gebrekkige wetenschap om zijn foute theorie te bewijzen.

Galton's gebrek aan respect voor de menselijke waarde was niet nieuw. Hij werd sterk beïnvloed door dominee Thomas Malthus en Charles Darwin (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots Chapter One). Malthus was in Engeland bekend als een invloedrijke politieke econoom in het begin van de negentiende eeuw. Hij geloofde dat de bevolking groeide volgens een exponentiele lijn en dat de voedseltoename lineair is. Dit betekent dat op termijn er een tekort aan voedsel zou ontstaan (Thomas Malthus " Principle of Population "). Als geestelijke geloofde hij dat gebrek aan voedsel Gods manier is om het menselijke ras te dwingen om te verbeteren. En daarmee de zwakkeren uit te roeien. Hij stelde daarom voor dat de arme en werkende klassen zich niet mochten voortplanten. Ook moest de liefdadigheid aan de armen worden gestopt. Dit zou namelijk leiden tot toename van de arme bevolking, waardoor de voedselvoorraad voor de betere klassen zou verminderen (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots Chapter One). Malthus theorie creëerde een noodzaak voor een alternatieve voortplantingsmethode om overbevolking te voorkomen. Galton bood het antwoord met fokprogramma’s.

Erasmus Darwin was de grootvader van Charles Darwin en Francis Galton. Erasmus was eigenlijk de eerste die de evolutietheorie suggereert. Charles herzag deze theorie met meer onderzoek en presenteerde het in zijn beruchte boek “On The Origin of Species” in 1859 (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots hoofdstuk twee). Darwin deelde de mening van Malthus over overbevolking, maar zijn antwoord daarop was "natuurlijke selectie" als middel om de zwakke te elimineren (Chapter One). Galton gebruikte de theorie van zijn neef om eugenetica verder te onderbouwen: als de samenleving was geëvolueerd van protoplasma, dan moet de meest geëvolueerde zich niet vermengen met de minder geëvolueerde mens. Op deze manier creëerden evolutie en eugenetica een sfeer voor een elitaire, racistische beweging. Een beweging die erop uit is om alles te elimineren waarvan men vindt dat het inferieur is.

De leer van de eugenetica werd populairder in de hogere kringen van Londen, maar nam twee vormen aan. De ene werd als positieve richting gezien. Hierbij werd aangestuurd op verbetering van het menselijke ras door het bevorderen van gewenste huwelijken door middel van wetgeving. De andere richting, negatieve eugenetica, richtte zich op het elimineren van ongewenste eigenschappen door middel van sterilisatie, euthanasie, afscheiding of op elke andere manier om de reproductie van het ongewenste te stoppen (Black 18-19). Galton ondersteunde alleen positieve eugenetica, terwijl zijn volgelingen geloofden dat alleen met macht het perfecte ras kon worden gehouden. Sir Francis Galton stierf in 1911, als erfenis achterlatend een groep mensen met het verlangen alle geestelijke en lichamelijke gehandicapten, de blinden, armen en gekleurden uit de samenleving te verwijderen. In Engeland lukte het niet om negatieve eugenetica te legaliseren. In Amerika echter ontstond vruchtbare grond hiervoor in het begin van de twintigste eeuw (Black 211). Omdat eugenetica in het algemeen de rijke en meest invloedrijke mensen aanspreekt, droegen weldoeners zoals de familie Rockefeller, Carnegie Instituut, en mevrouw Harriman van de Union Pacific Railroad bij aan de Amerikaanse erfenis van eugenetica (56-57). Zij richtten stichtingen en instellingen op, zoals de American Eugenics Society, Carnegie Institution’s Station for Experimental Evolution, and the Eugenics Records Office (219).

Het is teleurstellend dat enkele van de grootste filantropen racistische eugenetici bleken te zijn. Met zoveel geld vormden zij uiteindelijk de belangrijkste bron voor nieuwe studies, betere informatie en tactieken om eugenetica (213) te promoten. Een belangrijk middel dat werd gebruikt door eugenetici om hun werk te ondersteunen was een nieuwe Franse intelligentietest. Henry Goddard misbruikte deze test door het toe te passen op het categoriseren van de intelligentie van Amerikanen (Black 76). Hoewel slecht onderbouwd vormden deze tests de basis om onderscheid te maken bij zwakbegaafde mensen. Op basis van de score werd men ingedeeld in de categorieën "imbeciel", "zwakzinnig" en "idioot " (82). Omdat eugenetici geloofden dat intelligentie erfelijk is, werden hele families ingedeeld op basis van score van één persoon.

Met de mogelijkheid om mensen wetenschappelijk te classificeren en zo de zwakkeren af te kunnen scheiden van de samenleving, begonnen voorstanders aan te dringen op gelegaliseerde sterilisatie. De beruchte rechtszaak van Buck tegen Bell in de Hoge Raad in 1927, maakt eugenetische sterilisatie legaal in de Verenigde Staten. Uit de gegevens blijkt dat ongeveer 60.000 sterilisaties zijn uitgevoerd rond de jaren 1950. Met of zonder toestemming van de patiënt. In zevenentwintig staten werd deze sterilisaties uitgeoefend, met Californië met een aandeel van 40% aan top (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots hoofdstuk vijf).

Het succes in Amerika moedigde andere landen aan om hun eigen programma's uit te voeren. Terwijl veel landen het model van Verenigde Staten overnamen, ging Duitsland over tot de meest radicale vorm van eugenetica. Tegen het einde van de jaren 1920 was Duitsland één van de nieuwe leiders in de wereldwijde eugenetische beweging (Black 294). De droom van de Duitse eugenetici kwam uit toen Adolf Hitler aan de macht kwam in 1933. Hij was een blanke racist en vurige aanhanger en bewonderaar van de Amerikaanse eugenetica. In korte tijd werden wetten aangenomen om sterilisatie, euthanasie, abortus, anti – rassenvermenging te legaliseren en werden concentratiekampen opgericht. Naast de miljoenen die zijn vermoord in de gaskamers, stierven honderden in laboratoria in de naam van eugenetisch onderzoek. In Auschwitz alleen al werden 1.300 mensen gedood in experimenten met tweelingen (Black 359). De Rockefeller Foundation richtte het Kaiser-Wilhelm- Instituut op, dat toezicht hield op de experimenten in Auschwitz (Messall 39-40). Ondanks de verschrikkingen die de rest van de wereld voelde, prezen Amerikaanse eugenetici het het succes van Duitsland. Hiervan konden zij alleen dromen (Black 316-17). Na de tweede wereldoorlog verloor eugenetica terrein, omdat de wereld gezworen had nooit meer dergelijke gruweldaden als Hitler begaan had, zou toestaan, in ieder geval niet meer in die vorm.

Na de oorlog verviel de eugenetische wetenschap in diskrediet vanwege de associatie met het Derde Rijk (Eugenics Stigmatization of eugenics). Deze beweging zou zijn verdwenen maar niet als lag aan Frederick Osborn. Osborn wist dat de oude strategieën niet langer effectief zou zijn, dus begon hij een nieuwe eugenetica beweging die later zou worden genoemd "crypto - eugenetica". De essentie van deze strategie was om niet langer eugenetica openlijk te bevorderen, maar om hun doelstellingen te bereiken via andere organisaties (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots hoofdstuk tien). Door selectief hun geld in te zetten in andere bewegingen, konden ze nog de “ongewensten” uit de samenleving verwijderen. Hierbij handig gebruik makend van de naïviteit van de samenleving over de ware motieven van die organisaties. Hun doel was nog steeds hetzelfde als de nazi's, maar op een manier die niet zou leiden tot een nieuw Neurenberg rechtszaak.



Eén van de belangrijkste groepen waarmee eugenetici begonnen samen te zweren, waren de voorstanders van geboortebeperking. Geboortebeperking ontstond vlak nadat de eugenetische beweging opkwam in de vroege jaren 1910. Het idee van geboortebeperking werd bevorderd en uitgebreid door het werk van de oprichter Margaret Sanger. Sanger was een Malthusiaanse eugenicist, die geloofde dat het "dode gewicht van menselijk afval" geëlimineerd zou moeten worden (Green "Malthusian Eugenics").
Naast geboortebeperking bepleitte zij sterilisatie en eugenetica. Ze steunde niet openlijk abortus, omdat volgens Havelock Ellis "de maatschappij daar nog niet helemaal klaar voor is" (Hunt, Perfecting Humankind 2). Haar blad, The Birth Control Review, werd niet alleen gebruikt om geboortebeperking te bevorderen, maar ook om eugenetische interesse te wekken. In een editie, werd een extreem racistisch werk van Lothrop Stoddard aanbevolen aan de lezers.


Wie was Margaret Sanger ?

Sangers American Birth Control Federation, die uiteindelijk zou overgaan in Planned Parenthood, werd opgericht in 1922. Al snel begon deze stichting met het leveren van middelen voor geboorteperking, speciaal gericht op de “ongewensten”. In 1930, had Sanger een kliniek in het hart van de wijk Harlem in New York. Daar onderwees ze dat anticonceptie (geboorteperking), in plaats van prenatale zorg, leidt tot gezondere kinderen in plaats (Green "The Harlem Clinic"). Vanaf dat moment, bleef Sanger strategisch klinieken openen in gebieden waar de minderheden leefden met lage inkomens. Tijdens de vroege jaren veertig ontwikkelde Margaret Sanger het “Negro Project”. Het doel was om Afro-Amerikaanse leiders en predikers te betrekken bij de beweging, zodat de zwarte gemeenschap het idee van geboortebeperking zou omarmen. In een brief aan haar medestander Dr Clarence Gamble, schreef ze: "we willen het niet doen voorkomen dat we uit zijn op het uitroeien van de negerpopulatie en door de voorgangers erbij te betrekken, kunnen we dat voorkomen” (Green "Web of Deceit").

Ondanks Sanger's overtuiging dat geboortebeperking een opening biedt voor eugenetica, waren deze twee bewegingen formeel nog niet aan elkaar gekoppeld. Dit was vooral te wijten aan het feit dat Sanger een groot voorstander was van negatieve eugenetica en geen positieve eugenetica (Black 135). Ze was een felle feministische en voorstander van vrije sex en overtuigd dat meerdere kinderen een belemmering zijn voor vrouwelijke onafhankelijkheid (Grant 73-75). Maar terwijl de na-oorlogse eugenetici naar manieren zochten om hun ideeen te kunnen ventileren, won de Planned Parenthood-beweging terrein. In een toespraak op de jaarlijkse Galton-bijeenkomst in 1956 zei Frederick Osborn: "Laten we stoppen met iedereen te vertellen dat zij inferieure genetische kwaliteiten hebben, want daarmee zullen zij het nooit eens zijn. Laten we onze voorstellen baseren op de wens dat kinderen een goed thuis hebben, waar ze geliefd zijn en verantwoorde zorg ontvangen. Dan zullen onze voorstellen misschien worden geaccepteerd”. En vanaf deze wedergeboorte zie we eugenetica voorwaarts bewegen richting de doelen die Galton voor ogen had (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots hoofdstuk tien).De Eugenics Society of England volgde het Amerikaanse voorbeeld en stichtte Family Planning Association en de International Planned Parenthood Federation (IPPF). Het was geen verrassing dat de IPPF in 1952 gevestigd werd in het hoofdkantoor van de Eugenics Society (Cavanaugh - O'Keefe, Introduction “Crypto Eugenics”).

De American Society Eugenics was zo in staat hun agenda uit te werken door een organisatie die ze zelf hadden opgericht. De oudgedienden en nieuwelingen op dit gebied kwamen in 1952 bij elkaar om de Population Council op te richten. Met hoofdzakelijk geld van de Rockefeller’s werd onderzoek gefinancierd voor meer onderzoek naar effectieve geboortebeperking (The Roots hoofdstuk Tien).Het geld werd gebruikt voor twee hoofdstromen van onderzoek naar geboortebeperking: de anticonceptie pil en het spiraaltje. Tijdens de vroege jaren 1950, financierden de stichtingen Planned Parenthood en Population Council onderzoek naar het kopiëren van het geslachtshormoon. Dit leidde in 1956 tot de anticonceptiepil. Na het testen daarvan op mensen in Puerto Rico, werd het in 1960 op Amerikaanse markt gebracht. De Population Council concentreerde zich op de ontwikkeling van het spiraaltje (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots Hoofdstuk Elf). Voor de eugenetici was het spiraaltje perfect, want éénmaal geplaatst, zouden vrouwen voor jaren geen kinderen kunnen krijgen.

De wetgeving met betrekking tot geboortebeperking en anticonceptie was toebedeeld aan de afzonderlijke staten van Amerika. Dit veroorzaakte een probleem voor de nieuwe eugenetische beweging. Daarom opende Planned Parenthood een kliniek in Conneticut, waar een wet tegen geboortebeperking van kracht was, in de hoop om die wet ongedaan te maken. De rechtszaak Griswold tegen de staat Connecticut bereikt de Hoge Raad. Deze bepaalde dat de wet van Conneticut tegen de grondwet inging, omdat de privacy van echtparen daarmee geschonden zou worden (Griswold v. Connecticut Inleiding) Dit “recht-op-privacy”-clausule werd door het hof als een "penumbra” gerechtvaardigd, waarmee de doos van Pandora werd geopend. Dit leidde uiteindelijk tot de rechtszaak Roe tegen Wade en Doe tegen Bolton acht jaar later. Deze zaak is een duidelijk voorbeeld van het gerechtelijk activisme, dat nog steeds wordt gestreden in onze rechtbanken van vandaag. Anticonceptie en geboortebeperking was nu legaal voor gehuwden en werd later ook voor ongehuwden legaal gemaakt in 1972 tijdens de rechtszaak Eisenstadt tegen Baird (latere jurisprudentie). Vanaf het begin was hormonale anticonceptie gebaseerd op misleiding. Hormonale anticonceptie (de pil, de minipil, spiraaltje, Norplant, de morning-after-pil, Depo-Provera, RU-486) heeft altijd drie mogelijke functies. De eerste, waarvan vaak wordt aangenomen dat het de enige werking is, is om ovulatie te voorkomen. Als dit niet lukt, dan is de tweede functie dat het slijm van de baarmoederhals dikker, zodat het sperma de eicel niet kan bereiken. Ten slotte zorgt de derde functie, wat alle hormonen gebaseerde anticonceptiemiddelen hebben, ervoor dat de bekleding van de baarmoeder zo dun is dat de bevruchte eicel (de baby) niet kan implanteren in de baarmoeder en daarom wordt afgebroken (Alcorn 323-326, 332).

In het begin van de jaren ‘60, werd conceptie, door Alan Guttmacher en het Amerikaanse College van Verloskundigen en Gynaecologen, gedefinieerd als het moment van de bevruchting, of wanneer de eicel de spermacel ontmoet. Dit veroorzaakte een probleem omdat daarmee abortus illegaal werd, net als de pil en het spiraaltje. Dus om hun geboortebeperking, of wat zij ten onrechte anticonceptie noemden, legaal te maken, veranderden zij de definitie van conceptie.

In 1970, veranderden zijn hun uitgangspunt en beweerden ze dat de conceptie begint bij de bevruchting en eindigt met de implantatie in de baarmoeder. Met andere woorden, er is geen sprake van een baby, totdat de bevruchte eicel wordt geïmplanteerd in de baarmoeder (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots hoofdstuk elf). Tot op de dag van vandaag, worden zo wereldwijd miljoenen baby’s geaborteerd onder de noemer “anticonceptie”.

Met deze legale geboortebeperking (anticonceptie) en een seksuele revolutie die in volle gang was, was abortus was gewoon een volgende stap voor de eugenetica. Op 22 januari 1973 werd abortus in Amerika gelegaliseerd door het besluit van het Hooggerechtshof in de zeek tussen Roe en Wade. Het is niet verbazingwekkend te ontdekken dat deze zaak vol is van eugenetica.
Justice Harry Blackmun, die de mening van de rechtbank schreef, geeft aan dat de staten in Amerika al bezig waren om het model Penal Code over te nemen. Dit was een extreme code (wet) die eugenetische abortus en abortus van baby’s, die waren verwekt door verkrachting of incest, mogelijk maakte. Deze wet was gebaseerd op een frauduleuze studie naar sexualiteit van Dr Kinsey. Dit onderzoek gefinancierd door de eugenetische Rockefeller Foundation (Messall 59).

Blackmun haalde in zijn werk ook meerdere keren het werk van Glanville Williams en Christopher Tietze aan. Beiden waren extreme eugenetici van de Britse Eugenics Society. Het boek “Abortion”, van Lawrence Lader, werd zeven keer geciteerd. Lader drukt overvloedige dankbaarheid uit in dit boek aan Glanville Williams, Christopher Tietze, vijf Amerikaanse Eugenics Society-leden, en de Abortus Law Reform Association, dat bestond uit Julian Huxley en zevenentwintig leden van de Eugenics Society (60). Deze trend voortzettend merkte Blackmun op dat meerdere abortus-rechtszaken gebaseerd waren op eugenetische theorieën, een organisatie die al lang betrokken was bij eugenetica, het eugenetische boek The Biological Time Bomb en een artikel dat beweerde dat de mens zijn evolutionaire proces aan het overnemen waren (64 - 67). Het oordeel van het hof zou net zo goed kunnen zijn opgesteld door de American Society Eugenics.

Direct na de rechtszaak van Roe tegen Wade, veranderde de American Society Eugenics haar naam. Osborn zei: "De naam werd veranderd omdat duidelijk werd dat veranderingen van een eugenetische aard onder een andere vlag toch wel zouden plaatsvinden en dat het etiket “eugenetica” eerder een hindernis zou zijn, dan dat het zou helpen. zou worden gemaakt voor andere doeleinden dan eugenetica redenen, en dat de koppelverkoop van een eugenetische etiket op hen zou vaker hinderen dan helpen hun adoptie. Geboortebeperking en abortus zullen de grootste eugenetische vooruitgang van onze tijd (67) zijn”. Naast het feit dat de zaak Roe tegen Wade ondergedompeld was in eugenetica, was de ‘rechtszaak’ doorspekt met leugens. "Jane Roe" was in het echt Norma McCorvey een zwangere, vrijgezelle vrouw. Zij werd door twee advocaten gebruikt om abortus te legaliseren. Zij was niet betrokken bij deze rechtszaak en procedure. Het enige dat ze wist, is dat ze een abortus kon krijgen wanneer de zaak voorbij was. Ze heeft echter nooit een abortus uit laten voeren. De eerste keer dat ze iets over de rechtszaak hoorde, was op het nieuws dat op basis van deze zaak abortus legaal was geworden.

De rechtszaak Doe tegen Bolton was een vergelijkbaar geval. Hierbij werd abortus gelegaliseerd tijdens de hele zwangerschapsperiode om welke reden dan ook. "Mary Doe's" echte naam was Sandra Cano. Haar man zat in de gevangenis en haar kinderen waren in een vervangend gezin geplaatst. Ze was zwanger toen de advocaten haar benaderde. Nadat ze had toegestemd om “Mary Doe” te zijn, dacht zij dat het ging om een echtscheidingszaak en dat ze haar kinderen terug zou krijgen.
Ze probeerden haar te overtuigen om een abortus te hebben, maar dat wilde ze niet omdat ze geloofde dat abortus verkeerd is. Ze had er geen idee van dat haar geval de beruchte rechtszaak Doe tegen Bolton zou worden. Beide vrouwen zijn nu volgelingen van Christus en proberen om hun rechtzaken terug te draaien (Cavanaugh - O'Keefe, The Roots hoofdstuk Dertien).
Als er nog enige twijfel is over het feit dat abortus geworteld is in eugenetica, dan laten moderne statistieken het bewijs zien:

-78% van de Planned Parenthood-klinieken bevinden zich in minderheidsgemeenschappen (Choice Nazi 3).
- Volgens het Guttmacher Institute, heeft een Afro- Amerikaan drie keer meer kans op een abortus dan een blanke vrouw.
- Spaanstaligen (hispanics) hebben 2 keer meer kans op een abortus dan blanke vrouwen (Jones, Darroch en Henshaw "Women's Characteristics ").
- Afro-Amerikanen vormen twaalf procent van de amerikaanse nationale bevolking en ondergaan 32% van de abortussen (Hall).
- Voor elk zwart kind dat wordt geboren, worden er drie geaborteerd (Grant 116).
- 80 % van de ongeboren baby’s die het Down-syndroom hebben wordt geaborteerd (Will).
- De RU- 486pil is gemaakt door hetzelfde bedrijf dat Zyklon B-gas maakte voor de gaskamers van de nazi’s (Choice Nazi 6).
- Er worden 45 % meer sterilisaties uitgevoerd bij Afro-Amerikaanse vrouwen en 30 % meer bij Hispanics dan bij blanke vrouwen (Grant 117).
- Niet één Planned Parenthood-kliniek is gevestigd in een school met een blanke meerderheid (Grant 115).

Amerikanen zijn dol op het Vrijheidsbeeld en worden geïnspireerd door haar welkomstwoorden aan de onderdrukten en rechtelozen van de wereld.

De trieste waarheid is dat Amerika niet langer de veilige haven is van de weerloze noch de beschermer van de zwakken. In feite hebben zij genadeloos de meest kwetsbare burgers gedood. We moeten het diepe respect voor het individu en de persoonlijke vrijheid, op basis waarvan dit land werd gesticht, opnieuw claimen en de ideologie van abortus en haar racistische wortels heftig verwerpen.

Bronnen

- Alcorn, Randy. “ProLife Answers to ProChoice Arguments.” 3rd ed. Sisters: Multnomah, 2000.
- Black, Edwin. “War Against the Weak: Eugenics and America’s Campaign to Create a Master Race.” New York: Four Walls Eight Windows, 2003.
- Cavanaugh-O’Keefe, John. “Introduction to Eugenics.” January 1995. Eugenics Watch. 26 February 2006 .
- “The Roots of Racism and Abortion: An Exploration of Eugenics.” Xlibris Corporation, 2000. Eugenics Watch. 6 February 2006 .
- “Eugenics.” Wikipedia, The Free Encyclopedia. 28 February 2006. 6 February 2006 .
- Galton, Francis. “Address on Eugenics.” Westminster Gazette 26 June 1908. Sir Francis Galton FRS. 10 February 2006. .
- Grant, George. Grand Illusions: The Legacy of Planned Parenthood. 4th ed. Nashville: Cumberland House, 2000.
- Green, Tanya L. “The Negro Project: Margaret Sanger’s Eugenic Plan for Black Americans.” Concern Women for America. 1 May 2001. 2 March 2006 .
- “Griswold v. Connecticut.” Wikipedia, The Free Encyclopedia. 10 February 2006. 28 February 2006
- Hall, Randy. “Abortion Causing ‘Black Genocide,’ Activists Say.” Cybercast News Service 7 February 2005. 6 February 2006 .
- Hunt, John. “Perfecting Humankind: A Comparison of Progressive and Nazi Views on Eugenics, Sterilization, and Abortion.” Life and Learning VIII: Proceedings of the Eighth University Faculty for Life Conference. Ed. Joseph W. Koterski, S.J. Washington, D.C.: University Faculty for Life, 1998.
- “The Abortion and Eugenics Policies of Nazi Germany.” Research Bulletin 16.1 (2001). Association for Interdisciplinary Research in Value and Social Change. Lifeissues.net. 6 February 2006. .
- Jones, Rachel K., Jacqueline E. Darroch, and Stanley K. Henshaw. “Patterns in the Socioeconomic Characteristics of Women Obtaining Abortions in 2000-2001.” Perspectives on Sexual and Reproductive Health 34.5 (2002). The Alan Guttmacher Institute. 2 March 2006 .
- Messall, Rebecca. “The Long Road of Eugenics: From Rockefeller to Roe v. Wade.” The Human Life Review Fall 2004. The Human Life Foundation Inc.
- The Choice Nazi: American Terrorist. Denton: Life Dynamics Incorporated.
- “The Declaration of Independence.” Fact Monster. Pearson Education. 2 March 2006.
- “The Statue of Liberty Poem.” Fact Monster. Pearson Education. 2 March 2006.
- “Thomas Malthus.” Wikipedia, The Free Encyclopedia. 26 Feb 2006. 13 February 2006.
- “Who was Margaret Sanger?” Abort73. Loxafamosity Ministries. 28 February 2006
- Will, George F. “Eugenics By Abortion.” Washington Post 14 April 2005. 6 February 2006.